Jagersbloed
O hertenbiefstukje van me, je zoekt een tafeltje,
bejaagd door de man die met de portefeuille
in zijn kontzak door de ober wordt belaagd
die weer door de wind lijkt gejaagd
Maar hier ben je veilig; wij zijn het bos in de winter,
wees trefzeker op onze kaart, mik tussen de bloem-
stukjes en geweien door, schiet een gat
in de rand van het pand aan de overkant
Jagen is haastig wachten op wat tevoorschijn springt,
je geduldig verstoppen voor de bel van de ijsbaan –
voor de Jägermeister
Ach, nu jaag ik alweer, het zit in ons,
groen als een jager, wijs als een vrouw –
eindelijk gevangen zijn is eigenlijk bevrijd worden
© Hanz Mirck (in opdracht van cafe restaurant hotel De Paris)